Wandelen, het kan altijd en overal, weer of geen weer, alleen, samen, met de hond, een klein rondje of een flinke tocht… Maar ben je een beetje uitgekeken op je eigen omgeving of zoek je bijvoorbeeld gezelschap, dan is de georganiseerde wandelsport misschien iets voor jou… Hieronder staan tien goede redenen om het eens te proberen.
1 – Gezelligheid en gezelschap
De meeste georganiseerde wandeltochten trekken een flink aantal deelnemers, variërend van enkele honderden wandelaars op de kleinere tochten, tot duizenden op de grotere evenementen. Je bent dus nooit alleen. Het aanknopen van een gesprekje is meestal erg makkelijk. Je kunt beginnen over het weer, de route, hoe je de tocht vindt, wat je motiveert om te gaan wandelen, enzovoorts. En het kan ook heel interessant zijn om dit van de ander te horen. Ook op de rustposten heb je snel aanspraak als je bij iemand of een groepje aanschuift aan tafel. Bezoek je vaak dezelfde tochten of dezelfde vereniging, dan kom je ook vaak dezelfde personen tegen. Uiteraard kun je je ook bij een vereniging aansluiten. En wie weet hou je er een leuke vriendschap of relatie op na…
2 – Andere omgeving
Altijd maar weer datzelfde rondje… Misschien ben je er op uitgekeken en wil je weleens ergens anders wandelen. Maar daar weet je de weg niet en je hebt geen zin om dit uit te zoeken… Dan is een georganiseerde tocht ideaal. Je komt wellicht in een omgeving die je nog niet kent en je ziet een hoop nieuwe dingen zoals mooie natuurgebieden, wegen die je nog nooit bewandeld hebt, heuvels of juist polders die in je eigen omgeving niet aanwezig zijn, enzovoorts. De routes die wandelorganisaties en verenigingen uitzetten zijn doorgaans voorzien van routepijlen en vaak krijg je ook een routebeschrijving mee. Bij de startplaats staat soms aangegeven waar de rustplaatsen zijn en de organisatie kan je inlichtingen verstrekken over het parcours. Sommige organisaties zetten deze informatie van tevoren ook op internet.
3 – Keuze uit meerdere afstanden
Of je nou veel of weinig kilometers wilt maken, er is altijd wel een tocht te vinden met een passende afstand. Bovendien hebben de meeste tochten ook meerdere afstanden, vaak beginnend bij een kilometer of vijf tot wel veertig of vijftig kilometer. Mocht je onderweg ineens behoefte hebben om iets minder te lopen, dan is het op de meeste recreatieve tochten geen probleem om van afstand te wisselen. . En als je echt de smaak te pakken hebt, liever voor de prestatie wandelt dan voor de recreatie, dan kun je zelfs tochten van bijvoorbeeld vijftig of honderd kilometer (Dodenmarsen) of nog meer gaan lopen… Keuze genoeg dus…
4 – Rustplaatsen onderweg
De wandelorganisatie of vereniging zorgt voor voldoende rustplaatsen onderweg. Hier hoef je dus niet zelf naar op zoek te gaan. Soms zijn het horecarusten, maar ook vaak rustplaatsen die door de organisatie zelf verzorgd worden. Op de rusten is meestal voldoende eten en drinken te koop, maar vaak mogen eigen meegebrachte eet- en drinkwaren ook genuttigd worden (soms mits er een consumptie genuttigd wordt). Als dit niet op prijs gesteld wordt, staat dit meestal op de routebeschrijving aangegeven.
5 – Schappelijke prijzen
Bij de meeste wandeltochten (enkele uitzonderingen daargelaten) betaal je een schappelijke inschrijfprijs, meestal 1,10 euro als je lid bent van een wandelclub. Als er (enige) verzorging (eten en/of drinken) bij de tocht inbegrepen is betaal je iets meer, maar dit zijn meestal ook nog redelijk gunstige prijzen. De grote evenementen zijn vaak wel iets duurder. Ben je lid van een wandelvereniging of bond, dan krijg je vaak ook nog korting op de inschrijfprijs. Op rustplaatsen zijn de consumpties ook vaak tegen schappelijke prijzen te krijgen, zeker als de rustplaats door de wandelorganisatie of vereniging zelf verzorgd wordt.
6 – Tips en trucs
Zowel bij de wandelverenigingen als bij de individuele wandelaars lopen heel wat mensen rond met jarenlange ervaring. Zij kunnen je nuttige tips geven over bijvoorbeeld schoeisel, kleding, het voorkomen van blaren en andere blessures, trainen, welke wandeltochten leuk zijn (en welke juist niet), enzovoorts. En als je informatie zoekt, heb je meteen een onderwerp voor een gesprek onderweg…
7 – Goede bereikbaarheid
De meeste georganiseerde wandeltochten zijn prima bereikbaar met de auto, maar ook met het openbaar vervoer kun je bij een heleboel tochten komen. Meestal is er voldoende parkeergelegenheden en sommige organisaties zorgen ervoor dat er extra parkeerplaatsen zijn, bijvoorbeeld in een weiland of bij een naburig bedrijf. Een enkele keer komt het zelfs voor dat er een shuttlebus vanaf het parkeerterrein naar de startplaats rijdt. Startplaatsen in bijvoorbeeld bossen en recreatiegebieden zijn soms wat lastig met het openbaar vervoer te bereiken, maar sommige organisaties zijn wel bereid om je van het station af te komen halen als je minimaal daags voor de tocht even met ze belt. Bovendien zijn er ook veel tochten die vrij dicht bij een station of bushalte starten.
8 – Medische verzorging
Op de meeste tochten is een EHBO-er aanwezig die kleine ongemakken zoals een blaartje kan verhelpen. Op de grotere evenementen wordt dit vaak verzorgd door EHBO-verenigingen of het Rode Kruis.
9 – Kortingen en lidmaatschap van een vereniging of de bond
Ben je geen lid van een wandelvereniging of wandelsportbond en wil je dit ook niet worden? Geen probleem, het is absoluut niet verplicht. Vrijheid, blijheid… Maar een lidmaatschap biedt wel leuke voordelen. Sowieso de eerder genoemde korting op het inschrijfgeld van wandeltochten. Maar er is meer. Veel verenigingen stellen een wandelprogramma samen en dan kun je regelmatig mee gaan wandelen. De vereniging zorgt dan voor de inschrijving en het vervoer naar de startplaats. Over het algemeen zijn de lidgelden van wandelverenigingen een stuk lager dan van andere sportclubs. Als je lid bent van een wandelvereniging, ben je automatisch ook aangesloten bij Wandelsport Vlaanderen. Ze geven periodiek een wandelsportmagazine uit met leuke verhalen, verslagen van wandeltochten- en paden, tips, wandelreizen, en nog veel meer…
10 – Kilometers registreren
Vind je het leuk om bij te houden hoeveel je gelopen hebt? Dan kun je op de meeste wandeltochten een kilometerboekje (wandelboekje) kopen voor 0,75 euro. In dit boekje kun je bij elke tocht een stempel laten zetten door de organisatie of vereniging, als bewijs voor het lopen van de wandeltocht. De gelopen kilometers en het totaal kun je in het boekje noteren. Vaak geeft de organisatie een sticker van de tocht om de pagina in het wandelboekje op te fleuren. Uiteraard kun je ook een kort verhaaltje van je tocht in het boekje schrijven als je dit leuk vindt.
Meer weten…?
Wil je na het lezen van het bovenstaande meer informatie, of wil je gewoon eens een tocht(je) meelopen, neem gewoon contact op met onze voorzitter op het emailadres voorzitter@wandelklubhalewijn.be.